Geef kunstopleidingen aan de Vlaamse hogescholen meer én de juiste beleidsaandacht.
Creatief talent is het waard.
In sociaal-economisch barre tijden, of die nu het gevolg zijn van een pandemie of van oplopende geopolitieke spanningen, hebben kunstenaars het niet gemakkelijk. Hun maatschappelijke positie wordt bovendien regelmatig ondergraven door de negatieve ‘framing’ van hun werk in de publieke opinie. Kunstenaars vormen een makkelijk slachtoffer van maatschappelijke malaise. Hoe moeten we omgaan met jonge mensen die kiezen voor een levensloopbaan in de kunsten en hoe kunnen we hen daarbij helpen? Maar ook: hoe laten wij ons helpen door hén?
Door de ontwikkeling van het onderzoek in de kunsten is het perspectief van jonge kunstenaars enorm verbreed.
De Vlaamse hogescholen leiden kunstenaars op binnen hun gerenommeerde Schools of Arts. Dat
doen ze via bachelor- en masteropleidingen in twee studiegebieden:
audiovisuele & beeldende kunsten en muziek & podiumkunsten. De
twee betrokken studiegebieden tellen samen niet minder dan 7.500
studenten.
Hoewel zij slechts 3% uitmaken van alle Vlaamse studenten, zijn het vaak deze beeldende kunstenaars, filmmakers, designers, acteurs, dansers en musici in spe, die later artistieke grenzen zullen verleggen en zullen wegen op het maatschappelijk debat.
Ze zullen grote indruk maken in binnen- en buitenland en het beeld van Vlaanderen als creatieve en leidinggevende regio uitdragen. Alleen al om die reden hebben ze recht op onze waardering en ons respect.
Waar de studentenaantallen van andere hogeschoolopleidingen de
afgelopen jaren fors gestegen zijn, bleven die van de kunsten nagenoeg
status quo. Aan de basis ligt niet een tanende interesse voor de
kunstopleidingen, maar wel het feit dat Vlaanderen er voor kiest om deze
opleidingen slechts open te stellen voor een beperkt aantal studenten:
wie voor een kunstopleiding kiest, moet slagen voor een stevige
artistieke toelatingsproef. Opvallend is evenwel dat de kunsten wél
sterk gegroeid zijn in het onderzoek in de kunsten. De tijd dat hoger
kunstonderwijs een doorgeefluik was van een ambachtelijk métier door een
meester aan zijn leerling, ligt ver achter ons.
Net zoals andere disciplines binnen het academisch gericht bachelor- en masteronderwijs, zijn de kunsten ingebed in een reflectief kader, een internationaal netwerk van peers, en worden zij constant uitgedaagd om de eigen praktijk en denkkaders in vraag te stellen en te vernieuwen.
Nieuwe domeinen worden ontsloten, interdisciplinaire samenwerking staat hoog op de agenda, verrassende allianties dienen zich aan. Dit alles wordt mogelijk gemaakt door de zogenaamde ‘aanvullende onderzoeksmiddelen’. Een op zijn minst erg vreemde naam voor middelen die hoegenaamd niets ‘aanvullen’. Anders dan de andere academische opleidingen aan de universiteiten zijn dit voor de kunsten namelijk de ‘énige’ onderzoeksmiddelen. Precies daarom wil de Vlaamse Hogescholenraad dringend een stap verder gaan. De effectieve uitbouw van het artistiek onderzoek vergt een eigen toegang voor de kunsten tot het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, met de daarbij horende, bijkomende financiële injectie.
De relevantie van interdisciplinariteit en ‘crossovers’ tussen disciplines brengt ook de kunsten steeds vaker in contact met andere domeinen. Die toenadering, eigen aan iedere succesvolle discipline, kunnen we enkel toejuichen. Denken we aan de ‘Cultural and Creative Sectors and Industries’, aan design als antwoord op zorgvraagstukken of aan creativiteit als belangrijke ‘21st century skill’ binnen het onderwijs. Zonder te vervallen in puur rendementsdenken moeten we ons ook de vraag durven stellen hoe we invulling willen geven aan het letterwoord ‘Science, Technology, Engineering, Arts and Mathematics’ (STEAM). Niet vanuit een doorgeslagen geloof in de vrije markt, maar vanuit de overtuiging dat de bundeling van krachten kan resulteren in een grote maatschappelijke meerwaarde.
Gelet op het belang van die stevige pijlers zijn de kunsten de objectieve bondgenoten in de vraag naar een betere basisfinanciering voor het hoger onderwijs buiten de kunsten.
Wil Vlaanderen echt doorstoten naar de top van de talent-competitiviteitsindex, dan zal het evenwel de creatieve sector dezelfde beleidsaandacht moeten geven als die andere domeinen. Een samenleving die doelgericht inzet op de vorming van artistiek talent en fundamenteel grensverleggend artistiek onderzoek, zal aan het hoger kunstonderwijs een geweldige partner hebben om creatieve antwoorden te vinden op de grote maatschappelijke uitdagingen van de toekomst.
Gerelateerde artikels
Vlaamse hogescholen groeien met 9.000 studenten
De Vlaamse hogescholen verwelkomen dit academiejaar 157.407 studenten, een stijging van 6,1% ten opzichte van vorig jaar. Dat komt neer op meer dan 9.000 extra studenten, wat gelijk staat aan de omvang van een middelgrote hogeschool. Goed nieuws dus voor de arbeidsmarkt, maar de huidige onderfinanciering maakt deze toename onhoudbaar voor de hogescholen.
De strijd om buitenlands talent is geopend, maar Vlaanderen durft niet in de ring stappen.
Met 8 miljoen zullen ze zijn in 2030: internationale studiekiezers die hun opleiding in het buitenland willen verderzetten. Terwijl Vlaamse hogescholen en ondernemingen hen met open armen willen ontvangen, botsen ze echter op al te rigide taaldrempels. Internationaal talent moet je koesteren, niet tegenwerken
Politieke debatfiches & investeringen in praktijkonderzoek aan hogescholen voor productiviteitsgroei
Met de verkiezingen voor de deur, zijn de meeste debatfiches en programma’s op de partijhoofdkwartieren al opgemaakt. Maar misschien is er nog ruimte voor een topic: investeer €20 miljoen extra in onderzoek van Vlaamse hogescholen om de productiviteitgroei in de samenleving mee op gang te brengen.