Ga verder naar de inhoud
Opinie

De strijd om buitenlands talent is geopend, maar Vlaanderen durft niet in de ring stappen.

Internationaal talent moet je koesteren, niet tegenwerken

24 mei 2024

Met 8 miljoen zullen ze zijn in 2030: internationale studiekiezers die hun opleiding in het buitenland willen verderzetten. Terwijl Vlaamse hogescholen en ondernemingen hen met open armen willen ontvangen, botsen ze echter op al te rigide taaldrempels.

Met die dubbele drempel kunnen de hogescholen geen volwaardig onderwijsaanbod op maat van internationale studiekiezers ontwikkelen om zo op een hoog niveau te kunnen meespelen op de internationale onderwijsmarkt.”
THM STIJN COENEN SQUARE
Stijn Coenen
algemeen directeur Thomas More

De krapte op de arbeidsmarkt blijft toenemen, zeker voor STEM-profielen en hoogopgeleiden. De oplossing ligt deels in het buitenland. Toch voor wie bereid is om de oogkleppen even af te zetten en wat breder – en verder – te kijken. Buitenlands talent dat enkele jaren doorbrengt op de Vlaamse hogeschoolbanken bouwt hier een netwerk uit, krijgt de kans zich te integreren, Nederlands te leren en blijft zo sneller ‘plakken’ om in Vlaanderen te leven en te werken en bij te dragen tot de welvaartstaat. En wie toch terugkeert, blijft een levenslange ambassadeur voor onze regio. Dat is – tussen haakjes - in tijden van toenemende geopolitieke spanningen geen bijzaak. Maar in plaats van internationale high potentials via een studie aan een Vlaamse kennisinstelling ruim baan te geven om zo nieuwe zuurstof én brains te pompen in onze economie, zette de Vlaamse regering de voorbije jaren de deur amper op een kier.

Negen procent, dat is op dit ogenblik de Vlaamse bovengrens voor het aandeel anderstalige bacheloropleidingen aan de hogescholen. Nota bene: een opleiding wordt al als anderstalig beschouwd wanneer 18 procent ervan in een andere taal dan het Nederlands onderwezen wordt. Met die dubbele drempel kunnen de hogescholen geen volwaardig onderwijsaanbod op maat van internationale studiekiezers ontwikkelen om zo op een hoog niveau te kunnen meespelen op de internationale onderwijsmarkt.

Daarvoor is meer nodig. Met een bovengrens van minstens 35% anderstalige bacheloropleidingen en met de lat op 50% opleidingsonderdelen, kunnen we (misschien) vermijden dat we – de hogescholen én Vlaanderen – in de internationale war for talent het onderspit delven. Dat wil niet zeggen dat de hogescholen hun opleidingen lukraak willen verengelsen. Samen met Vlaamse ondernemingen gaan we op zoek naar opleidingen met de grootste return on investment. IT-opleidingen, bijvoorbeeld, maar ook opleidingen als communicatie, bedrijfsmanagement of e-sports, om er enkele te noemen.

Anno 2024 zijn de taaldrempels die de Vlaamse regering heeft opgeworpen niet langer vol te houden en staan ze de verdere internationale ontwikkeling van de hogescholen in de weg."
THM STIJN COENEN SQUARE
Stijn Coenen

Een behoorlijk anderstalig aanbod is niet alleen belangrijk voor de concurrentiepositie van de hogescholen, het is ook een verrijking van ons bestaande Nederlandstalige aanbod met onder andere meer mogelijkheden om meertaligheid te stimuleren, te werken aan interculturele competenties en nieuwe inzichten en perspectieven aan te reiken in een dynamische internationale omgeving. Daar profiteren alle studenten van – en zeker ook de Vlaamse – tijdens én na hun studies. En ook de Vlaamse werkgevers, die roepen om hoogopgeleide werknemers met een open blik op de wereld.

Een goeie internationale mix en kruisbestuiving veronderstelt ook een internationaal en meertalig docentenkorps. Maar ook daar gooit talige navelstaarderij roet in het eten. Buitenlandse docenten en lectoren die hier aan de slag willen, moeten nu na vijf jaar minstens een taalniveau Nederlands B2 behalen, dat wil zeggen “vlot en spontaan” Nederlands kunnen spreken. Dat staat – evident – niet hoog op de bucket list van bijvoorbeeld een gepassioneerd docent Business Management uit pakweg Zuid-Afrika, een belangrijke handelspartner. Die kiest er allicht voor om dan maar elders aan de slag te gaan.

TM reserve

Niemand betwist het belang van het Nederlands als dragende onderwijstaal aan de Vlaamse hogescholen. Maar anno 2024 zijn de taaldrempels die de Vlaamse regering heeft opgeworpen niet langer vol te houden en staan ze de verdere internationale ontwikkeling van de hogescholen in de weg. Zo worden kansen gemist om internationale studenten aan te trekken en de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen. De oogkleppen mogen stilaan af. De taal is nu eenmaal niet langer gans het volk.

Geschreven door

THM STIJN COENEN Coenen
Stijn Coenen

Gerelateerde artikels

PXL ONDERZOEK 001

Politieke debatfiches & investeringen in praktijkonderzoek aan hogescholen voor productiviteitsgroei

2 mei 2024

Met de verkiezingen voor de deur, zijn de meeste debatfiches en programma’s op de partijhoofdkwartieren al opgemaakt. Maar misschien is er nog ruimte voor een topic: investeer €20 miljoen extra in onderzoek van Vlaamse hogescholen om de productiviteitgroei in de samenleving mee op gang te brengen.

Verder lezen
APH GENERIEK 001

De return on investment van hoger onderwijs: meer dan enkel economische winst

30 apr. 2024

Talentontwikkeling aan de hogescholen is de facto investeren in de toekomst van Vlaanderen en Brussel. Steeds meer Belgen halen een diploma hoger onderwijs, zo blijkt uit de Census 2021. Dat is erg goed nieuws, want de ‘return on investment’ van hoger onderwijs is veel meer dan puur economisch.

Verder lezen
EHB_PBA

Is (hoger) onderwijs nog wel onderwerp van de verkiezingen?

22 apr. 2024

De verkiezingsthema’s worden ons de laatste weken in de media en via polls om de oren geslagen. En toch blijft het rond één thema jammergenoeg opvallend stil: het (hoger) onderwijs. Dit moet anders, want elke student op de juiste plaats, geeft Vlaanderen morgen voorsprong.

Verder lezen