Ga verder naar de inhoud
Opinie

Leren van, met en in het werkveld

2 mei 2023

Het studiekeuzeseizoen is in volle gang. Boeiende vaststelling: opvallend veel leerlingen stellen vragen over “die kortere opleiding aan de hogeschool, die met veel praktijk, die waarna je ook nog kan verder studeren voor een bachelor als je wil”. Drie jaar nadat de toenmalige HBO5-opleidingen aan de Centra voor Volwassenenonderwijs een plek kregen aan de hogescholen en vervelden tot tweejarige graduaatsopleidingen, maken ze voor wie een studie in het hoger onderwijs overweegt volwaardig deel uit van het brede palet aan keuzemogelijkheden.

Zonder adequate – en betrouwbare – financiering dreigt het lot van de graduaten een kroniek van een aangekondigde dood te worden."
THM STIJN COENEN SQUARE
Stijn Coenen
Algemeen Directeur Thomas More

Dat de vragen komen – én de inschrijvingen volgen, dit jaar met een stijging van 15% – toont duidelijk dat deze opleidingen inspelen op een maatschappelijke nood. De hogescholen waren al een belangrijke toegangspoort tot het hoger onderwijs. Met de graduaten zetten ze die poort nog een flink stuk wijder open en verlagen ze de drempel voor een nieuw studentenpubliek, vaak uit kansengroepen, dat vroeger niet of veel moeizamer de weg vond. Voor die studenten zijn er nu opleidingen op maat, heel praktisch en beroepsgericht, waarmee ze snel aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt. Daar brengen ze trouwens een belangrijk deel van hun studietijd door. Leren van, met en in het werkveld, da’s het motto van de graduaatsopleidingen. En wie dat wil, kan met een verkort aanvullingstraject alsnog een bachelordiploma halen.

Dat maakt de graduaatsopleidingen ook een aantrekkelijk alternatief voor wie z’n zinnen gezet heeft op een bachelor, maar voor wie de overgang te bruusk is. De drop-out aan de hogescholen na het eerste jaar blijft met gemiddeld 30% relatief hoog. Voor wie afhaakt en ongekwalificeerd dreigt uit te stromen kunnen de graduaatsopleidingen een belangrijke stapsteen zijn – voor de ingewijden: een sport op de leerladder – om geleidelijker te kunnen groeien en beter toegerust, met meer maturiteit en studievaardigheden een volgende stap te kunnen zetten.

De hogescholen zijn ook het oorspronkelijke HBO5-publiek van de CVO’s niet vergeten. Zij trokken in de eerste plaats (werkende) volwassenen en niet-traditioneel lerende studenten aan, die zich wilden omscholen of specialiseren of op latere leeftijd een eerste diploma wilden verwerven. Hoewel hun aantal sinds de integratie is teruggelopen voorzien de hogescholen ook voor hen een specifiek aanbod met trajecten in avond- of weekendonderwijs, deeltijdse alternatieven en pilots met afstandsleren.

Nieuwe doelgroepen aanspreken, gericht (her)oriënteren, drop-out tegengaan en doorstroom verhogen, levenslang leren faciliteren… de graduaatsopleidingen zijn een krachtig instrument in de toolbox van de hogescholen om hun rol als motor van de democratisering van ons hoger onderwijs ten volle op te nemen. Onderwijs voor sociale promotie mag als uitdrukking dan wel uit de mode zijn geraakt, in de praktijk is de term springlevend. Maar dat komt met een prijs. En daar wringt het schoentje.


Want zoals gezegd zijn de graduaatsopleidingen heel praktijkgericht: de studenten brengen een derde van de tijd op de werkplek door, waar ze onder intensieve begeleiding leren on the job. Dat is bijzonder duur. En ook het maatwerk dat de studenten vragen – in trajecten en ondersteuning – tikt stevig aan. Lang voor de integratie van de HBO5-opleidingen waarschuwden de hogescholen al voor het kostenplaatje en de ontoereikende financiering. Ze hebben helaas geen ongelijk gekregen: op dit ogenblik teren de graduaatsopleidingen onverantwoord in op financiële reserves van de hogescholen en de middelen voor hun bacheloropleidingen. En terwijl de studentenaantallen sterk groeien, schrapte Vlaanderen sneller dan voorzien – het woord contractbreuk is gevallen – de open-end-financiering die net bedoeld was om die groei financieel op te kunnen vangen. De facto komt dat neer op een aftopping van de groei op 2% vanaf september 2022, een aderlating van bijna 11 miljoen euro voor dit en volgend academiejaar. De overheid heeft daarvoor wel een compensatieregeling voorzien, maar daarmee kopen we enkel een beetje tijd: de hogescholen gaan vanaf 2024 diep in het rood en zullen dat verlies ook de komende jaren met zich meeslepen.

Zonder adequate – en betrouwbare – financiering dreigt het lot van de graduaten een kroniek van een aangekondigde dood te worden. En dat terwijl ze de participatie aan het hoger onderwijs versterken – dit jaar zijn de graduaatsstudenten met meer dan 20.000 – en beter geschoolde beroepsprofessionals afleveren voor de arbeidsmarkt. Dubbele winst dus. Studiekiezers hebben dat ondertussen door, nu de Vlaamse regering nog.

Geschreven door

THM STIJN COENEN Coenen
Stijn Coenen

Gerelateerde artikels

THM WELCOME DAY

De strijd om buitenlands talent is geopend, maar Vlaanderen durft niet in de ring stappen.

24 mei 2024

Met 8 miljoen zullen ze zijn in 2030: internationale studiekiezers die hun opleiding in het buitenland willen verderzetten. Terwijl Vlaamse hogescholen en ondernemingen hen met open armen willen ontvangen, botsen ze echter op al te rigide taaldrempels. Internationaal talent moet je koesteren, niet tegenwerken

Verder lezen
PXL ONDERZOEK 001

Politieke debatfiches & investeringen in praktijkonderzoek aan hogescholen voor productiviteitsgroei

2 mei 2024

Met de verkiezingen voor de deur, zijn de meeste debatfiches en programma’s op de partijhoofdkwartieren al opgemaakt. Maar misschien is er nog ruimte voor een topic: investeer €20 miljoen extra in onderzoek van Vlaamse hogescholen om de productiviteitgroei in de samenleving mee op gang te brengen.

Verder lezen
APH GENERIEK 001

De return on investment van hoger onderwijs: meer dan enkel economische winst

30 apr. 2024

Talentontwikkeling aan de hogescholen is de facto investeren in de toekomst van Vlaanderen en Brussel. Steeds meer Belgen halen een diploma hoger onderwijs, zo blijkt uit de Census 2021. Dat is erg goed nieuws, want de ‘return on investment’ van hoger onderwijs is veel meer dan puur economisch.

Verder lezen