Ga verder naar de inhoud
Opinie

Onze winkelkar wordt steeds duurder

Vlaanderen verdient beter dan een discount-hoger-onderwijs

14 dec. 2023

De kranten staan er vol van. We betalen ons blauw aan de kassa van de supermarkt. De voedingsinflatie in de Belgische supermarkten daalt dan wel, maar consumentenorganisatie Testaankoop kwam nog steeds uit op het hoge inflatiecijfer van 14,7 procent voor voedingsmiddelen. “En dat terwijl de inflatie vorig jaar ook al bijzonder hoog was”, klinkt het. In twee jaar tijd werd onze winkelkar zo maar eventjes een kwart duurder.

We kopen steeds minder voor hetzelfde geld
Recent besliste de Vlaamse Regering om 80 % van de hoger onderwijsenveloppe correct te indexeren, namelijk volgens het ritme van de indexering van de lonen van het onderwijspersoneel.

Hoewel we dit uiteraard waarderen, wordt de codex hoger onderwijs niet toegepast op die andere financieringscomponent: de 20 % werkingsuitkering. Dat is het deel van de enveloppe dat de niet-loonkostgerelateerde kosten van een hogeschool behelst. En precies daar wringt het schoentje.

Het decreet bepaalt namelijk dat de werkingsmiddelen in het hoger onderwijs geïndexeerd worden volgens 75 % van de gezondheidsindex. En hoewel dit decreetsartikel op zich een anomalie is, omdat het veronderstelt dat de lonen sneller stijgen dan de andere kosten, is deze indexering wél decretaal vastgelegd. Het artikel wordt echter jaar na jaar niet, of slechts zeer gedeeltelijk, toegepast zodat de hogescholen en universiteiten elk jaar opnieuw… een stukje verarmen.

Het effect van deze onderindexering is een kleine inspanning voor de maatschappijbewuste actoren die de hogescholen en universiteiten zijn. Maar door de indexering (de toepassing van een percentage op de middelen van een voorafgaand jaar) jaar na jaar niet of slechts gedeeltelijk toe te passen, komt een jaarlijkse kleine besparing, over langere termijn bekeken, neer op een substantiële doorlopende uitholling van de middelen.

Hetzelfde geldt voor de investeringsmiddelen waarmee infrastructuur wordt vernieuwd of gebouwd. Hier voorziet het decreet een toepassing van de ABEX-index, maar ook deze wordt niet toegepast. In de realiteit kennen investeringsmiddelen structureel een nulindexering. Hierdoor wordt het spanningsveld tussen de hoge verwachtingen aan toekomstbestendige infrastructuur aan de ene kant, en de beschikbare financiële ruimte voor de hogescholen anderzijds, steeds groter. En natuurlijk ontsnappen ook de hogescholen niet aan de drastisch gestegen prijzen van bouwmaterialen en grondstoffen van de laatste jaren.

In de feiten betekent dat de financiering jaren achter loopt op het reële aantal studenten in een hogeschool."
TOMAS LEGRAND
Tomas Legrand
Algemeen directeur - Arteveldehogeschool


Steeds meer monden te voeden met dezelfde kar
De financiering van het hoger onderwijs is gebaseerd op een verdeling van de middelen volgens een ‘kliksysteem’ met een ingebouwd vertragingsmechanisme. ‘Kliks’ in de financiering zijn afgetopt op 2% toename per jaar, maar de groei aan de hogescholen is over de jaren heen een heel stuk hoger. Bovendien wordt zo’n ‘klik’ toegepast op een heel traag voortschrijdend gemiddelde over vele jaren. In de feiten betekent dat de financiering jaren achter loopt op het reële aantal studenten in een hogeschool. Hogescholen die investeren in waardevolle opleidingen voor de toekomst, zien zich bovendien geconfronteerd met een miljoeneninvestering waar de overheid zich niet om bekommert. Het is tekenend voor het maatschappelijk engagement van de hogescholen dat zij desondanks blijven bouwen aan nieuwe en vernieuwde opleidingen voor het beantwoorden van nieuwe noden in maatschappij en werkveld.

Dit is zeer herkenbaar voor iedereen met kennis van en inzicht in het hoger onderwijs. Maar we kunnen niet genoeg benadrukken hoe penibel de situatie wel is, en dan in het bijzonder voor de graduaatsopleidingen. Deze opleidingen zijn maatschappelijk uitermate relevant en er zijn grote verwachtingen bij bedrijven en social profit organisaties. Ze zijn ook aantrekkelijk bij studiekiezers. Er zitten dit academiejaar 22.600 studenten in de graduaatsopleidingen, bijna twee keer zoveel als in 2019, toen de graduaatsopleidingen ingebed werden in de hogescholen.

Alleen, bij de inbedding was het uitgangspunt van de hogescholen dat de graduaatsopleidingen op dezelfde manier gefinancierd zouden worden als de bachelors. Helaas. De open-end financiering werd als besparingsmaatregel, vervroegd en abrupt stopgezet en nu blijkt dat de werkingsmiddelen per academiejaar per inschrijving zowat 30 % lager liggen bij de graduaatsopleidingen dan bij de bacheloropleidingen. De overheidsfinanciering dekt niet eens de kost van het onderwijzend personeel.

Waarom heeft de overheid de inbedding van de graduaatsopleidingen opgelegd, om hun (beoogd) succes vervolgens niet te financieren? Het grote verschil tussen de overheidsfinanciering van studenten in graduaatsopleidingen en deze in een bacheloropleiding zet inmiddels interne spanning op de organisatie.

Het grote verschil tussen de overheidsfinanciering van studenten in graduaatsopleidingen en deze in een bacheloropleiding zet interne spanning op de organisaties."
TOMAS LEGRAND
Tomas Legrand
Algemeen directeur - Arteveldehogeschool

Een lekker dessert vervangt niet de aardappelen
en de groenten van een gezonde maaltijd
Gaat er dan geen extra geld naar de hogescholen? Natuurlijk wel. Extra middelen komen echter zelden via de basisfinanciering, waarmee de kernopdrachten worden ingevuld, maar teveel onder de vorm van ‘gekleurde middelen’: hogescholen krijgen wel geld, maar moeten daarmee strikt een specifieke taak uitvoeren die de overheid oplegt, vaak nog eens met bijkomende rapporteringsverplichtingen. Dat is in tegenspraak met de verwachting van een structureel gezonde basisfinanciering, en wel om twee redenen.

Eerst en vooral zijn deze gekleurde middelen doorgaans tijdelijk. Ze geven geen enkele garantie op het welvaartsvast maken van de basisfinanciering, want het is een aparte geldstroom. Ten tweede is het maar de vraag in hoeverre die middelen de werkelijke kost van die opdrachten afdekken, maar ook, als die opdracht niet rechtstreeks ten goede komt aan de kernopdracht van de hogescholen, is het gewoon extra geld voor extra werk.

Maar goed, die ‘gekleurde middelen’ hebben minstens nog de verdienste dat het een zekere tegemoetkoming inhoudt voor dat extra werk. Het kan nog erger: heel wat nieuwe regelgeving zorgt immers voor bijkomende opdrachten zonder dat er zelfs maar één euro extra wordt voorzien, gekleurd of niet. Denk maar aan interne audits, risicomanagement, klokkenluidersregelingen, GDPR, …

Naar de discount
De hogescholen en universiteiten zitten financieel in het nauw. Het valt op dat het aankaarten van de financiële situatie vaak gezien wordt als ─ alweer ─ gezeur van de sector. Maar we kunnen niet om de realiteit heen: de wanverhouding tussen de verwachtingen in het hoger onderwijs en de structurele basisfinanciering is onhoudbaar geworden. Het fenomeen grijpt in op heel concrete aspecten van kwaliteitsvol hoger onderwijs:

De student/docentratio’s nemen onheilspellende proporties aan, waardoor studenten praktijkgericht onderwijs moeten krijgen in nog grotere groepen. Infrastructuur verduurzamen, vernieuwen in functie van onderwijsnoden, en toekomstgericht maken, wordt steeds moeilijker: het is een enorme uitdaging voor het financieel beleid van een hogeschool om te investeren in toekomstbestendige infrastructuur. En dan heb ik het zowel over de gebouwen als over digitalisering.

De focus gaat noodgedwongen meer liggen op het onderwijsproces hier en nu, want het wordt moeilijker om alles rond krijgen. Maar dat gaat ten nadele van de innovatie van onze processen. Daarnaast heeft dit ook een zeer grote impact op de werkdruk bij de docenten en andere medewerkers.

In de graduaatsopleidingen is de situatie zeer ernstig. Docenten plooien zich driedubbel om kwaliteitsvol hoger onderwijs te bieden aan de snel groter worden studentengroepen, maar het is maar de vraag hoelang dit nog kan blijven duren. Het is hoog tijd dat de overheid de graduaatsopleidingen ten volle waardeert.

Aan de hogescholen zien we steeds meer precaire begrotingen en jaarrekeningen. Geen wonder dat de financiële concurrentie tussen de instellingen zienderogen stijgt.

De Vlaamse hogescholen en universiteiten nemen de handschoen op. Als maatschappelijke actoren met realiteitszin. Ook de overheid kan een euro maar één keer uitgeven. Maar Vlaanderen verdient beter dan een discount-hoger-onderwijs.

Geschreven door

TOMAS LEGRAND Legrand
Tomas Legrand

Gerelateerde artikels

EHB_PBA

Is (hoger) onderwijs nog wel onderwerp van de verkiezingen?

22 apr. 2024

De verkiezingsthema’s worden ons de laatste weken in de media en via polls om de oren geslagen. En toch blijft het rond één thema jammergenoeg opvallend stil: het (hoger) onderwijs. Dit moet anders, want elke student op de juiste plaats, geeft Vlaanderen morgen voorsprong.

Verder lezen
1708428649515

Elke student op de juiste plaats, geeft Vlaanderen morgen voorsprong.

28 feb. 2024

In 70% van de jaarlijks 135.000 vacatures voor hooggeschoolden wordt er gezocht naar profielen van afgestudeerden van Vlaamse hogescholen. Evident, want op het snijvlak van kennis en kunde zit de kern van de professional van de toekomst. En precies daar nemen hogescholen hun rol op.

Verder lezen
AI BY DALLE

AI-geletterdheid is een essentiële competentie geworden.

25 jan. 2024

In november 2022 maakt de wereld kennis met Chat GPT. De chatbot met generatieve AI zorgt ervoor dat 2023 als een kanteljaar in de geschiedenisboeken zal terecht komen. Ook hogeschoolstudenten maken gretig gebruik van deze innovatieve tool. Een cursus samenvatten, een paper schrijven, een onderwerp verder uitdiepen of een complexe theorie in mensentaal uitleggen, Chat GPT kan het allemaal...

Verder lezen