De arbeidsmarkt heeft geen diploma’s nodig, maar competenties.
Is dat zo en klopt die schijnbare tegenstelling tussen diploma’s en gecertificeerde competenties?
Er zijn voorbeelden legio van sectoren waarvoor diploma’s vanzelfsprekend nog steeds relevant zijn: het onderwijs, de zorgsector en andere knelpuntberoepen kunnen daarvan getuigen. Voor hen is het diploma een kwaliteitsgarantie en een startticket. De zekerheid dat wie start, de juiste combinatie heeft van kennis en kunde, van theoretische onderbouw en de hands on vaardigheden, verworven tijdens stages op de werkvloer. Ook de gebruiker, de burger voelt zich gerustgesteld: niet onbelangrijk indien je bijvoorbeeld als patiënt medische zorgen moet ondergaan.
Hogescholen zijn niet langer enkel leveranciers van klassieke diploma’s: ze werken op maat van elk doelpubliek, zoals zij-instromers."
Uiteraard heeft ‘de’ arbeidsmarkt ook aantoonbare competenties nodig. Maar precies daarom bieden hogescholen vandaag meer en meer maatwerk aan: niet alleen fulltime bacheloropleidingen, maar ook deeltijdse opleidingen, of hybride opleidingen die contactonderwijs op de campus combineren met afstandsonderwijs. Graduaatsopleidingen die erg praktijkgericht zijn en waarbij werkplekleren minstens een derde van de opleiding uitmaakt.

Ook microdegrees en microcredentials passen in dat plaatje: ideaal voor wie zich wil bij- of omscholen, zich wil blijven ontwikkelen of zich wil specialiseren. Dat kan via microcredentials – vaak korter en qua inhoud duidelijk afgebakend – of microdegrees: als het ware minidiploma’s of -pakketjes die zich toespitsen op een specifieke sector.
Het is niet echt algemeen geweten, maar hogescholen zijn niet langer enkel leveranciers van klassieke diploma’s: ze werken op maat van elk doelpubliek, zoals ook die van zij-instromers. Deze laatste groep wint overigens aan belang: een groeiende groep studenten stapt in met meer levens- en werkervaring, al dan niet na een eerder behaald diploma. Daarbij zijn ook heel wat heroriënteerders die wat uitgekeken zijn op hun huidige job, maar gemotiveerd zijn om een andere richting uit te gaan. Vooral voor hen is een standaard studieprogramma minder aangewezen: ze brengen al heel wat kennis én ervaring mee, die de hogeschool kan aanvullen met leerinhouden en competenties van een ander beroep, of met nieuwe inzichten en praktijken.
De oplossing ligt dus niet in het wegwerpen van diploma’s ten voordele van aantoonbare competenties, maar in het verbinden van beiden."
Dat is ook de uitdaging van een leven lang ontwikkelen: op elk niveau en voor elke doelgroep de juiste opleiding aanbieden, al dan niet afgesloten met het behalen van een diploma, getuigschrift, certificaat, creditbewijs, (micro)degree, (micro)credential … De titel doet er niet toe, de verworven kennis en competenties des te meer.
Als klant heb je recht op een goede service. Maar als mogelijk toekomstige werknemer in een bepaalde sector heb je ook baat bij een goed aansluitende opleiding. De oplossing ligt dus niet in het wegwerpen van diploma’s ten voordele van aantoonbare competenties, maar in het verbinden van beiden. Het is dus geen kwestie van ‘of of’, maar van … ‘en en’.

Gerelateerde artikels

Veerle Hendrickx nieuwe voorzitter van de Vlaamse Hogescholenraad
Vanaf januari 2025 nemen Veerle Hendrickx en Dennis Cluydts respectievelijk het voorzitterschap en ondervoorzitterschap van de Vlaamse Hogescholenraad op zich. Hun mandaat loopt tot eind 2026.

Vlaamse hogescholen groeien met 9.000 studenten
De Vlaamse hogescholen verwelkomen dit academiejaar 157.407 studenten, een stijging van 6,1% ten opzichte van vorig jaar. Dat komt neer op meer dan 9.000 extra studenten, wat gelijk staat aan de omvang van een middelgrote hogeschool. Goed nieuws dus voor de arbeidsmarkt, maar de huidige onderfinanciering maakt deze toename onhoudbaar voor de hogescholen.

De strijd om buitenlands talent is geopend, maar Vlaanderen durft niet in de ring stappen.
Met 8 miljoen zullen ze zijn in 2030: internationale studiekiezers die hun opleiding in het buitenland willen verderzetten. Terwijl Vlaamse hogescholen en ondernemingen hen met open armen willen ontvangen, botsen ze echter op al te rigide taaldrempels. Internationaal talent moet je koesteren, niet tegenwerken