Vlaamse hogescholen: van goudwaarde in een veranderende samenleving.
We leven in een snel veranderende wereld van escalerende uitdagingen waar wetenschappelijk-technologische vooruitgang doorkruist wordt door crisissituaties. Een wereld met een stortvloed aan vluchtige en niet steeds betrouwbare informatie. Kennis is nog nooit zo bereikbaar geweest, maar toch dreigt haar verrijkte vorm, het inzicht, verloren te gaan in massa’s data en meningen.
Disruptieve ontwikkelingen zoals robotisering en artificiële intelligentie verdringen conventionele procedures. Het belang van meta-vaardigheden neemt toe: adaptief en kritisch denken, sociale intelligentie, omgaan met multidisciplinariteit, media- en digitale geletterdheid, cross-culturele competenties, om er een aantal te noemen. In deze turbulente context speelt het hoger onderwijs, en de hogescholen in het bijzonder, een cruciale rol.
Kennen en kunnen
Dat doen hogescholen in de eerste plaats door hun onderwijs: hun kernopdracht, hun missie. Studenten zijn geen klanten, maar mensen met talenten en ambities die door opleiding aan hun weg en de wereld timmeren. Hogeschoolopleidingen richten zich niet op hyperspecialisten maar op professionals die hun kennis kunnen transfereren naar andere domeinen. En die door het flexibel inzetten van hun expertise en de combinatie van diverse invalshoeken innovatieve oplossingen aanreiken voor complexe maatschappelijke problemen.
Ware expertise zit in het combineren van kennis en handelen. Teveel focus op kennis leidt tot eindeloze reflectie, teveel focus op handelen leidt tot procedure-denken. Op dat snijvlak van kennis en kunde zit de kern van de professional van de toekomst. En precies daar neemt de hogeschool haar rol op.
Daarbij zijn de hogescholen bij uitstek democratiserend: met hun graduaatsopleidingen en professionele bacheloropleidingen begeleiden ze een steeds diverser en groeiend publiek naar hoger onderwijs-competenties die in knelpuntsectoren en maatschappelijk belangrijke domeinen van goudwaarde zijn.
Een leven lang kennen en kunnen
Alle mogelijke kennis in opleidingen proberen persen, is een illusie. Leren en loopbanen gaan steeds meer in elkaar over, elkaar aanvullend en versterkend. Leren doe je een leven lang en dit vormt de essentie van het hoger onderwijs van de toekomst. Geconnecteerd met het werkveld zal het opleiden en leren in de toekomst meer modulair, multi-institutioneel, gefaseerd én gepersonaliseerd zijn.
Bovendien is een leven lang ontwikkelen niet alleen gericht op de beroepsloopbaan: een mens is zoveel meer dan een loopbaan of een verzameling competenties. De ontwikkeling van mensen vraagt ook een breed perspectief, sociaal-cultureel engagement, bewustheid,...
En ook deze gigantische opdracht laten de hogescholen niet links liggen: door hun opleidingen en vormingen leggen ze er het fundament voor en dragen ze bij aan een attitude die een leven lang ontwikkelen mogelijk maakt.
De kunsten
Er is nog meer. Met hun academische kunstopleidingen en hun onderzoek in de kunsten, leiden hogescholen ook oorspronkelijke, kritische en explorerende kunstenaars op die het vanzelfsprekende uitdagen.
Die nieuwsgierig over grenzen heen kijken, de diepere vragen en emoties binnen de samenleving onderzoeken en die proberen uit te drukken of te interpreteren.Dit is een onontbeerlijk element in de opbouw van een wereld die weerbaar, menselijk en duurzaam is. En waar schoonheid, waarde, betekenis en zingeving een plaats hebben.

Onderzoeken
De hogescholen dragen niet enkel kennis en kunde over, ze creëren die ook via hun praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. Dat onderzoek, verweven met het werkveld en de samenleving is innovatief, oplossingsgericht en concreet en draagt bij tot welvaart en een betere samenleving. Het voedt, inspireert en vormt het onderwijs, de lesgevers en de studenten. Het heeft maatschappelijk impact.
Het onderzoek aan hogescholen is complementair aan dat van universiteiten en even essentieel. Ze versterken elkaar vanuit gelijkwaardigheid en haken op elkaar in via een gemeenschappelijk verhaal. De universiteit heeft de hogeschool nodig als maatschappelijke hefboom voor haar wetenschappelijke kennis, de hogeschool heeft de universiteit nodig als fundament van haar maatschappelijke rol.
Toekomst maken
De veranderende samenleving wordt zo geen bedreiging of belasting, maar een samenspel van uitdagingen en mogelijkheden waar veranderingen niet ondergaan, maar benut en zelfs gemaakt worden. Kunnen werken in veranderende en onzekere contexten, alert en kritisch zijn voor opportuniteiten, bewust en ethisch optreden, zowel intermenselijk als in het samenspel tussen techniek en de mens: die vaardigheden bijbrengen, zit in het DNA van de hogeschool.
De hogeschool-alumni ‘staan’ niet in een beroepssector, ze ‘maken’ die beroepssector, steeds opnieuw. En wanneer hun werkveld met de context evolueert en die zelfs mee bepaalt, dan komt dat door hun daadkracht, inzicht, engagement en visie, waarvan het fundament gelegd werd tijdens hun opleiding. Aan een hogeschool. Hogescholen maken zo mee toekomst in Vlaanderen.
Gerelateerde artikels

Van sprintkampioen tot tienkamper
Eens aan het werk blijkt de Vlaming immers niet meer zo geneigd om nog bij te leren. Nochtans, de wereld evolueert sneller en we werken langer dan vroeger. De nood om kennis en vaardigheden regelmatig een update te geven, is nooit zo groot geweest.

Leren van, met en in het werkveld
De hogescholen waren al een belangrijke toegangspoort tot het hoger onderwijs. Met de graduaten zetten ze die poort nog een flink stuk wijder open en verlagen ze de drempel voor een nieuw studentenpubliek, vaak uit kansengroepen, dat vroeger niet of veel moeizamer de weg vond.

Geef kunstopleidingen aan de Vlaamse hogescholen meer én de juiste beleidsaandacht.
Creatief talent is het waard! In sociaal-economisch barre tijden, of die nu het gevolg zijn van een pandemie of van oplopende geopolitieke spanningen, hebben kunstenaars het niet gemakkelijk. Hoe moeten we omgaan met jonge mensen die kiezen voor een levensloopbaan in de kunsten en hoe kunnen we hen daarbij helpen? Maar ook: hoe laten wij ons helpen door hén?